In tegenstelling tot andere modellen is het NL Gebiedslabel geen zware kostbare audit die veel bewijslast door externe partijen en ingewikkelde rekenmodellen vergt. Er wordt juist veel vertrouwen gelegd in de kennis en kunde van de onafhankelijke assessor en de gebruiker. Zo is het model relatief laagdrempelig, flexibel inzetbaar en toegesneden op de ontwikkeling die wordt beoordeeld, of dat nu een bedrijventerrein of een woonwijk is. De ingebouwde subjectiviteit wordt ondervangen door gebruik te maken van minimaal twee assessoren en op basis van consensus te beoordelen.

Gert Olbertijn
Directeur bij Stabilitas

Gert Olbertijn

Gert Olbertijn (Stabilitas): “Vrijwel iedereen is het er over eens dat we niet op de huidige manier van leven en werken kunnen doorgaan. Het is de uitdaging van Stabilitas om de ingewikkelde materie van klimaatverandering, het verdwijnen van biodiversiteit en het voortwoekerend onrecht te vertalen naar praktische oplossingen. Inzicht in de integrale duurzaamheid van producten en projecten maakt verantwoorde keuzes mogelijk.”

Jos Schild
Sustainability Manager bij Royal HaskoningDHV

Jos Schild

Jos Schild (Royal HaskoningDHV) “Het is mijn ambitie om onze samenleving te verrijken en onze wijken en steden gezonder en duurzamer te maken. Om die hoge ambitie te bereiken inspireer ik collega’s om duurzaam te werken en voeg ik duurzame en gezonde waarden toe aan hun projecten. Daarnaast werk ik aan duurzame gebiedsontwikkeling en duurzame gebouwen (BREEAM, LEED, NL Greenlabel).”

Maarten Kaales
Directeur bij Kaales Advies

Maarten Kaales

Maarten Kaales (Kaales Advies): “Mijn ervaring is dat effectief biodiversiteit beschermen begint effectief moet samenwerken. Om effectief te kunnen samenwerken is het van belang om goed naar elkaar te luisteren en alle belangen te benoemen. Zo creëer je transparantie en begrip voor elkaars standpunt.”

Johan van Putten
Eigenaar van Duurzame Buitenruimte

Johan van Putten

Johan van Putten (Duurzame Buitenruimte) “De openbare buitenruimte is een duurzame ruimte die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.”