Nieuws & Blog

Gert Olbertijn is als assessor nauw betrokken bij de beoordeling volgens de NL Gebiedslabel-methodiek. Daarnaast stond hij aan de weg van deze methodiek en begrijpt zodoende goed hoe het model in elkaar steekt. De onafhankelijkheid wordt geborgd door de Wetenschappelijke Raad van Advies.

‘Het is cruciaal dat de beoordeling onafhankelijk verloopt en wetenschappelijk wordt geborgd’

Nieuws & Blog

Gert Olbertijn is als assessor nauw betrokken bij de beoordeling volgens de NL Gebiedslabel-methodiek. Daarnaast stond hij aan de weg van deze methodiek en begrijpt zodoende goed hoe het model in elkaar steekt. De onafhankelijkheid wordt geborgd door de Wetenschappelijke Raad van Advies.

Kun je vertellen hoe het NL Gebiedslabel tot stand is gekomen?

NL Greenlabel kwam in 2013 naar mijn voormalig werkgever Royal HaskoningDHV toe met de vraag of we een model konden opstellen om integrale duurzame gebiedsontwikkeling te beoordelen. Daar ben ik in eerste instantie alleen aan begonnen. Op een gegeven moment is mijn voormalig collega en mede-assessor Jos Schild daar bij gekomen. Hij is inhoudelijk erg sterk terwijl ik een voorliefde voor eenvoudige en heldere modellen heb. Zodoende hebben we het aantal vragen per indicator tot drie kunnen beperken en tegelijk een sterk inhoudelijk model ontwikkeld.

In het afgelopen jaar is onze rol als assessor wel veranderd. In het verleden had ik de neiging om advies uit te brengen, tegenwoordig beperken we ons echt tot onze rol als assessor. Dat betekent dat we alleen maar beoordelen; het advieswerk laten we aan anderen, de experts, over. Anders vertroebelt de rolverdeling.

Er zijn veel externe partijen betrokken bij de toetsing van zowel het model en de beoordeling. Waarom is dat belangrijk?

Het is cruciaal dat het proces onafhankelijk verloopt en wetenschappelijk wordt geborgd. Daarom zit het model zo in elkaar dat er veel controlemomenten zijn door verschillende partijen. NL Greenlabel is beheerder van het NL Gebiedslabel-model, maar houdt zich verder afzijdig van de beoordeling. De beoordeling gebeurt door minimaal twee verschillende assessoren van twee verschillende adviesbureaus.

Daarnaast wordt het model jaarlijks tegen het licht gehouden door een Wetenschappelijke Raad van Advies (WRA). Die komen twee keer per jaar bij elkaar. In het voorjaar worden de actualiteiten besproken in relatie tot de indicatoren en het model, in het najaar worden besluiten genomen over wijzigingen van het model. Neem bijvoorbeeld de stikstof- of PFAS-discussie. Vanuit de wetenschap wordt gekeken naar de effecten. Met de onderliggende vragen wordt aan de hand van de puntenverdeling gestimuleerd om hier maatregelen op te treffen.

Alleen met goedkeuring van de WRA kan het model worden veranderd. Tenslotte is er de Stichting Eerlijk Buitenleven die bij geschillen kan oordelen. Tot nu toe hebben we van die laatste mogelijkheid geen gebruik hoeven te maken. Dankzij deze constructie is er op veel niveaus sprake van borging. Dat werkt naar mijn idee heel goed. Ik zou niet weten hoe het nog beter kan.

Bij andere labels is het proces zelfs iets strenger. Zowel bij het NL Plantenlabel als bij het NL Producten- en Materialenlabel is er ook nog een steekproefsgewijze controle van de beoordeling door adviesbureau Royal HaskoningDHV.

Hoe gaat een beoordeling in zijn werk?

Het is een combinatie van bewijslast, beoordelingssessie en onderlinge afstemming tussen minstens twee assessoren. De bewijslast bestaat onder andere uit ontwerpen, ecologische rapporten of een beheerplan. Het is aan de opdrachtgever welke bewijslast wordt aangeleverd. Zolang wij overtuigd worden, is het goed.

Bij de beoordelingssessies spreken we met opdrachtgever en uitvoerders. Daarbij doorlopen we het gehele model. Alle te beoordelen aspecten worden besproken, bewijslast getoetst en de mogelijkheid geboden om tekortkomingen nog aan te vullen. Na die sessie vindt de afstemming en de definitieve beoordeling door de assessoren plaats.

Tijdens deze procedure hebben mede-assessor Jos Schild en ik beide een gelijkwaardige stem zodat we elkaar kunnen aanvullen en kritiseren. Productieve meningsverschillen zijn goed om elkaar bij de les te houden. Gelukkig komen we er altijd uit.

Dit is belangrijk omdat het NL Gebiedslabel mede is gebaseerd op het concept van ‘expert judgement’. Daar mee bedoel ik dat wij als assessor onze kennis en ervaring meewegen bij het uitvoeren van een beoordeling. Die beoordeling moet echter zo zijn geformuleerd dat een andere assessor die kan begrijpen en onderschrijven.

Ook hier zie ik een ontwikkeling. In het verleden was het beoordelingsgesprek erg belangrijk, tegenwoordig baseren we ons sterker op bewijsmateriaal zoals een definitief ontwerp of een beheerplan. Dat werkt naar mijn inzicht beter en maakt onze beoordeling sterker.